Beste ouders,

 Hopelijk zal niemand mij tegenspreken als ik dit korte woordje begin met de bedenking dat er in ons leven, ook in dat van kinderen, heel wat op ons afkomt. Langs heel veel kanalen komen inderdaad allerlei dingen op ons af, wij worden als het ware overgoten door een stroom aan informatie, al dan niet geoorloofd, al dan niet belangrijk, maar de informatie is er, soms heel duidelijk, andere keren moet men tussen de regels lezen. Zo krijgen wij heel wat te verwerken, en kunnen wij niet anders dan kiezen in het leven.

 

LEVEN IS KIEZEN

 

Ons leven hangt aaneen van keuzes maken. Sommige keuzes zijn bijna levensnoodzakelijk, andere in mindere mate. Toch hangt het van de keuzes die wij maken af hoe ons leven en onze levenswijze er uit gaat zien. En het is ook aan ons om voor onszelf uit te maken wat wij belangrijk vinden, wat m.a.w. de prioriteiten in ons leven zijn, en wat minder belangrijk is, wat we op de tweede of derde plaats kunnen plaatsen. Tevens worden wij uitgenodigd om eerst voor het belangrijke te zorgen, om voor de grote dingen uit ons leven eerst te zorgen en er de nodige aandacht aan te besteden.

 Als jullie vanavond naar hier zijn gekomen om jullie kinderen in te schrijven voor het vormsel van volgend jaar, in 2015, dan laten jullie eigenlijk daarmee weten dat ook het geloof een stukje  uit jullie leven is, dat er in jullie leven ook een plaatsje voor geloof en uitdrukking van geloofsbeleving is voorzien. We moeten het vormsel inderdaad zien als een uitdrukking van onze geloofsbelevening, want anders heeft het maar weinig zin. Het is zeker niet de bedoeling om de vormselviering te zien als een momentopname in het leven van jullie kinderen, iets waar zij nu eenmaal door moeten, en daarmee is de kous af.

 Zeker niet; integendeel, de vormselviering op zich is maar zinvol als zij gekaderd wordt in een min of meer gelovige levenshouding, als er een beetje wordt naartoe geleefd. Daartoe is het ook dat er vanwege de parochie een   voorbereiding is, daarom is het ook dat er een informatie- avond wordt georganiseerd, zodat jullie weten waar het om gaat. Daarom willen wij hier ook wat dieper ingaan op het vormsel zelf.

 

EVEN TERUG IN DE TIJD

 

Het vormsel zoals wij het nu hier in ons bisdom nog kennen, als een sacrament dat wordt toegediend aan de jongens en meisjes van het zesde leerjaar, die hun lagere school gaan beëindigen, is zeker niet altijd in deze vorm gebeurd, integendeel.

Aanvankelijk, in de eerste eeuwen van het christendom was het vormsel onlosmakelijk verbonden met het doopsel en met de eucharistie. Deze drie sacramenten noemen wij nu nog in kerkelijke middens de zogenaamde initiatiesacramenten, waardoor we eigenlijk worden ingewijd in het christelijk leven, als je die sacramenten hebt doorlopen, kan je je christen noemen.

Hoe ging dat dan in zijn werk? Wel, het uitgangspunt was volledig anders : men vertrok van volwassenen, heidenen of joden, die zich wilden bekeren tot het christendom. Wie zich wilde laten dopen, moest zich aangeven, meestal enkele jaren op voorhand, als zogenaamde doopleerling, wat een apart statuut was. Dan volgden deze doopleerlingen een intense voorbereiding, een uitgebreide catechese. Aan het begin van de veertigdagentijd werden zij dan als zogenaamde catechumenen (een ander woord voor doopleerlingen) aan de gemeenschap voorgesteld, en mochten zij de eucharistie van op een afstand meevolgen, maar nog niet actief deelnemen. In de paaswake werden zij dan door de bisschop achtereenvolgens gedoopt en gevormd, in dezelfde viering, en mochten zij na hun doopsel en vormsel, volledig de eucharistie meevieren, en ontvingen zij , in diezelfde viering, voor het eerst de communie. Zo was de oorspronkelijke volgorde : doopsel, vormsel en eucharistie.

In de loop der jaren kwam er ook in de theologie een zekere evolutie, en vooral door het groeiend zondebesef, en door de invoering van het begrip erfzonde, wat er simpel gezegd op neerkomt dat wij sinds de zondeval, - dus sinds Adam en Eva al dan niet van de appel hebben gebeten -, besmet zijn door de erfzonde, die van vader op zoon wordt doorgegeven, zo kwam men tot het doopsel ter vergeving van de erfzonde, en zo deed de kinderdoop zijn intrede : ieder kind zat  met de erfzonde, en moest zo snel mogelijk gedoopt worden, om van die erfzonde verlost te geraken.

Zo werden de 3 initiatiesacramenten uit elkaar gerukt : aanvankelijk alleen het doopsel, maar in het begin van de 20ste eeuw, rond 1920 , was er paus Pius X, die zoveel belang hechte aan de eucharistie, dat hij die vervroegde van 12 jaar, naar de zogenaamde jaren van onderscheid, nl . 7 jaar, zoals het gebleven is tot op vandaag.

Zo zie je , dat het eigenlijk allemaal nogal relatief is, dat niets zo eeuwenoud is als men vaak beweert. Zoals wij het vormsel nu kennen, is het lang niet altijd geweest, en het zal waarschijnlijk ook zo niet blijven. Maar nu, op dit moment, zitten wij met het gegeven van kinderdoop, eerste communie op 7 jaar, en vormsel op 12.

 

HET VORMSEL VANDAAG

 

En hoe zit het vormsel nu in elkaar, de dag van vandaag. Over de eigenlijke voorbereidingen, de handleiding en het jaarprogramma gaan de catechisten zelf straks wat meer uitleg geven. Maar wat de kern van het vormsel zelf betreft, is er eigenlijk weinig veranderd. Net zoals in de eerste eeuwen van het christendom is het vormsel ook vandaag nog het sacrament van de Geest, waarbij wij Gods Geest afsmeken over onze vormelingen, en zij door zalving gesterkt worden om als begeesterde mensen verder door het leven te gaan. Dat is het vormsel kort samengevat : wij bidden om Gods geest, en hopen dat Hij hen mag begeleiden op hun weg naar volwassenheid.

En ook al ligt er tussen doopsel en vormsel nu 12 jaar, toch blijft de band zeker zichtbaar en voelbaar, want net vóór de kinderen gevormd worden, hernieuwen zij zelf hun doopbeloften. Wat de ouders, peter en meter beloofd hebben bij het doopsel, dat doen de vormelingen nu zelf, nu ze de jaren van verstand hebben bereikt. Net zoals de ouders en alle aanwezigen bij het doopsel, spreken zij  nu zelf hun geloof uit in Vader, Zoon en Geest. En wanneer zij dit gedaan hebben, volgt het vormsel zelf.

Dat gebeurt door een vertegenwoordiger van de bisschop, en dat volgens een vast patroon gebeurt : gebed in stilte , het is dus belangrijk dat er door de parochiegemeenschap gebeden wordt voor de vormelingen, dat zij zich door de parochiegemeenschap gedragen weten; dan de handoplegging, zoals wij het ook doen bij het doopsel: priester, ouders, meter en peter houden hun hand over het hoofdje van de dopeling als teken ven bescherming, en nu doet de vormheer dit opnieuw; en dan worden zij gezalfd met chrisma. Ook dat is eigenlijk hetzelfde van bij het doopsel, ook dan wordt het kindje gezalfd, en dit wordt herhaald bij het vormsel, zij worden gezalfd met olie, onuitwisbaar merkteken van Gods Geest. En zoals meter en peter bij het doopsel er bij waren, zijn zij er ook bij het vormsel bij en houden zij hun hand op de schouder van hun petekind, als teken dat zij er ook nu achter staan.

Wanneer dit ritueel voltrokken is, wordt er eucharistie gevierd, samen met de hele parochiegemeenschap, het teken van verbondenheid met elkaar, met God en ook met de wereldkerk, want geloven en vieren staat nooit op zich, wij moeten het steeds kaderen binnen de gemeenschap. Daarom is het ook wel goed dat sinds een tiental jaren het vormsel en de vroegere plechtige communie weer samen gebeuren in één en dezelfde viering, op zondag, en niet zoals vroeger : dan was het op zondag  plechtige communie, en dan op een dag in de week kwam iemand om het vormsel toe te dienen, los van het parochieleven, zonder eucharistie, en  eigenlijk ook zonder vierende gemeenschap. Door de nieuwe regeling zitten wij eigenlijk wel beter, en horen de hernieuwing van de doopbelofte, het gevormd worden en samen eucharistie vieren weer samen.

 

DE KEUZE IS AAN U

 

Beste ouders,

Met dit beknopte overzicht , en met deze korte historische achtergrond, hebben wij eigenlijk niet meer willen doen dan het vormsel wat kaderen binnen de geschiedenis, en hebben wij ook getracht om de eigenlijke betekenis van het vormsel wat naar voor te brengen. Het is nu aan u om de keuze te maken of je in dit project wil meestappen : wij hameren erop dat het vormsel een vrije keuze moet zijn, niemand is verplicht, het is niet omdat je zoon of je dochter volgend jaar 12 jaar wordt, dat hij of zij dan ook automatisch gevormd hoeft te worden, zeker niet. Vroeger was het nog zo dat je moest gevormd zijn om kerkelijk te kunnen trouwen, maar ook dat is niet meer nodig. Wij geloven wel dat het  vormsel een zinvol gebeuren kan zijn voor uw kind, maar alleen maar als er toch wat van de geest in terug te vinden is van het voorgaande, dat het dus toch wel een gelovige keuze is, en dat er op zijn minste een positieve medewerking mag verwacht worden tegenover de parochiegemeenschap, en zeker een positieve medewerking tegenover de catechisten : het zijn allemaal vrijwilligers, van de eerste tot de laatste, die een stuk van hun kostbare tijd willen spenderen om onze jongens en meisjes voor te bereiden op hun vormsel : vrijwilligerswerk op zich is vandaag al niet zo vanzelfsprekend meer, en zeker niet als het gaat over een gelovig of kerkelijk gebeuren. Het is dan ook maar meer dan wenselijk dat zij zeker op uw medewerking en uw begrip kunnen rekenen.

Als je mee stapt op deze weg, beloven wij dat wij goed voor jullie kind zullen zorgen, en ons best zullen doen opdat het op een eigentijdse, gezonde manier geconfronteerd mag worden met wat christelijk vandaag kan zijn, en dat wij van het vormsel een deugddoend gebeuren gaan proberen maken, niet alleen voor uw kind, maar ook voor uzelf en voor u familie en voor onze parochiegemeenschap.

Yvan Stassijns,
pastoor-deken

(Inleidingswoord gegeven ter gelegenheid van de inschrijvingsavond van de vormselcatechese / 12 juni 2014)

Zoeken